Monitoring zwerfafval in Nederland

Rijkswaterstaat monitort het zwerfafval in Nederland. Hieronder zijn de verschillende activiteiten van Rijkswaterstaat op het gebied van het monitoren van zwerfafval weergegeven.

Trends en ontwikkelingen Zwerfafval in Nederland

Rijkswaterstaat meet zes keer per jaar hoeveel zwerfafval er in Nederland ligt en wat de samenstelling is. Op 1400 plekken in het land doen we in totaal 25.200 metingen. Daarnaast meten we met een digitale enquête onder 2000 respondenten hoe schoon men Nederland vindt.

Monitoring zwerfafval op land

Om te meten hoe schoon Nederland is voert Rijkswaterstaat sinds 2008 in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de landelijke monitor zwerfafval uit. Hierbij meet Rijkswaterstaat op ongeveer 1.400 locaties verspreid door het land hoe schoon het is en wat de samenstelling van het zwerfafval is. Daarnaast wordt met een digitale enquête onder 1000 respondenten gemeten hoe schoon Nederland wordt beleefd.

Volgens een standaard monitoringsprotocol worden binnen een gebied drie meetvakken van 100 m2 bepaald, waarin het meeste zwerfafval ligt. Vervolgens wordt er geteld hoeveel zwerfafval er ligt. Dit gebeurt sinds 2018 zes keer per jaar (drie keer voor en drie keer na de zomer), waardoor er jaarlijks (1.400 x 6 x 3) 25.200 metingen uitgevoerd worden. Bekijk het Monitoringsprotocol als u meer wilt lezen over de meetmethode.

In de monitor meten we steekproefgewijs het zwerfafval dat op straat ligt. Op deze manier ontstaat er een beeld van hoe schoon het over het algemeen is. Op basis van het aantal getelde stuks zwerfafval krijgt een meetlocatie een schoonscore en wordt de gemiddelde schoonscore voor Nederland en per gebiedstype bepaald. Alle getelde stuks zwerfafval worden ook gecategoriseerd, waardoor er een inzicht ontstaat wat het zwerfafval is. We meten aantallen. Dit betekent dat een melkpak of PET-fles in de resultaten even zwaar meeweegt als bijvoorbeeld een lollystokje of een flessendop. Bekijk het rapport Monitoring zwerfafval objectief als u geïnteresseerd bent in de cijfers.

Hoeveel zwerfafval we ergens meten is het resultaat van hoeveel zwerfafval er op straat terecht komt en hoeveel er vervolgens wordt opgeruimd. Het beheerregime van gebiedsbeheerders, het gedrag van burgers en ondernemers en aanwezigheid van bronnen van zwerfafval hebben invloed op het zwerfafval. Deze invloeden verschillen zowel per locatie als in de tijd. Voor 2019 zal het beheerregime van gemeenten ook onderdeel worden van de monitor, zodat veranderingen in beheerregime meegenomen kunnen worden.

Belevingsmeting zwerfafval

Idealiter zorgt een afname van zwerfafval op straat voor meer tevredenheid bij burgers. De zwerfafvalbeleving wordt twee keer per jaar gemeten met een digitale enquête onder 1000 wisselende respondenten. De vragen kan men thuis of onderweg invullen. We vragen hoe schoon zij Nederland beleven in algemene zin en specifiek voor zwerfafval, in welke mate ze zich storen aan zwerfafval en hoe ze zichzelf gedragen. We vragen de respondenten ook naar hun mening over specifieke locaties, zoals stations, woonwijken en parkeerterreinen. En naar hun mening over soorten zwerfafval, zoals verpakkingen en sigarettenpeuken. Bekijk het rapport Monitoring zwerfafval subjectief als u geïnteresseerd bent in de cijfers.

Monitoring zwerfafval in zee

Het zwerfafval op zee wordt door Rijkswaterstaat gemonitord in het kader van de Kaderrichtlijn mariene strategie. Door het monitoren van het afval dat aanspoelt op de stranden ontstaat er een beeld van de samenstelling, hoeveelheden (aantallen) en mogelijke bronnen van het afval. Daarnaast wordt gekeken naar de plastic deeltjes die gevonden worden in de magen van de Noordse stormvogel (Fulmar). Ook wordt zeebodemafval gemonitord door tijdens regulier visserijonderzoek ook opgevist afval te tellen en te categoriseren.

In de strandafvalmetingen wordt op vier niet-toeristische stranden vier keer per jaar op een stuk van de vloedlijn tot aan de duinen over 100 m het afval geteld, gecategoriseerd en opgeruimd. De monitoring wordt jaarlijks uitgevoerd sinds 2005. De methodiek is internationaal afgestemd met de landen in het noordoostelijk Atlantische gebied en de EC verenigd in OSPAR. Met een standaard-analyse-methodiek worden de trends en ontwikkelingen in kaart gebracht.De resultaten kunt u lezen in her rapport OSPAR Beach Litter Monitoring in the Netherlands 2013-2018. In het rapport Guideline for Monitoring Marine Litter on the Beaches in the OSPAR Maritime Area kunt u de meetmethode voor de strandmetingen lezen.

Meer informatie over het zwerfafval in zee, de Kaderrichtlijn Marine Strategie (KRM) en OSPAR vindt u op www.Noordzeeloket.nl.

Ontwikkelingen in monitoring zwerfafval

Op het gebied van de monitoring van zwerfafval zijn meerdere ontwikkelingen gaande. Zo wordt er gekeken naar de huidige aanpak van meten in combinatie met steeds nieuwe vragen die beantwoord moeten worden. Een daarvan is hoe het zwerfafval en microplastics in het water te meten.

Versterken beleidsbasis

Hoe kan monitoring inzicht geven in het effect van maatregelen tegen zwerfafval? In 2018 is het project gestart met de eerste fase waarin indicatoren zijn ontwikkeld die de effecten van zwerfafval op leefbaarheid, gezondheid van mens en natuur, verlies aan grondstoffen en kosten in kaart brengen. De huidige landelijke monitor zwerfafval is hierin als basis gekozen. De tweede fase is ook gestart. In de tweede fase worden de producteigenschappen van de getelde items in kaart gebracht. Het gaat om eigenschappen zoals hinderlijkheid, ecotoxische effecten, schaarste, enz. Door deze eigenschappen te combineren met het aantal getelde stuks kunnen de potentiële effecten worden bepaald op leefbaarheid, de gezondheid van mens en natuur, circulaire economie en kosten.

Kleine plastic flesjes en blikjes

In april 2020 maakte staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) samen met het verpakkend bedrijfsleven, gemeenten en andere betrokken partijen nieuwe afspraken: 70 tot 90 procent minder plastic drankflesjes in het zwerfafval en 90 procent recycling van kleine plastic drankflessen. Op basis van de landelijke monitoring zwerfafval wordt bekeken of deze afspraak gehaald wordt. De landelijke monitoring zwerfafval is hiervoor uitgebreid met drie extra meetrondes. Daarnaast zijn er vijf extra gebiedstypen toegevoegd. De rapportages gaan naar de Tweede Kamer.

Voortgang

Kosten en samenstelling zwerfafval

De Europese Single-use plastic richtlijn leidt tot nieuwe regels over wegwerpplastic in Nederland. Een van de nieuwe regels is dat producenten van wegwerpplastic vanaf 1 januari 2023 betalen voor het opruimen en verwerken van het wegwerpplastic in het zwerfafval (uitgebreide producentenverantwoordelijkheid). Hoe wordt deze bijdrage van de producenten berekend? En hoe wordt berekend welke vergoeding de gebiedsbeheerders ontvangen, die afval inzamelen en zwerfafval opruimen? Dit gebeurt op basis van monitoringscijfers. Lees meer over de berekening en de achterliggende documenten.

Monitoring zwerfafval in en langs rivieren

Rijkswaterstaat is op het moment bezig met het ontwikkelen van een monitoringsstrategie voor het monitoren van zwerfafval in en langs de grote rivieren (Waal, Maas en IJssel). Hierbij wordt gekeken naar het zwerfafval op de oevers, het zwerfafval dat drijft op het rivierwater en het zwerfafval dat onderwater aanwezig is (in de waterkolom). Het monitoren van zwerfafval wordt nu nog voornamelijk handmatig gedaan, door te schouwen en zwerfafval af te vangen. Om in de toekomst efficiënter te kunnen monitoren, wordt er onderzoek gedaan naar interessante technologische meettechnieken, zoals het gebruik van cameradetectie.

Een aantal natuur- en milieuorganisaties monitoren op het moment al langs de rivieren. Zij meten sinds 2017 meerdere keren per jaar het zwerfafval langs de rivieren. Door vrijwilligers wordt het zwerfafval geteld en gecategoriseerd, zie www.schonerivieren.org. De manier waarop gemonitord wordt, sluit aan bij de methode voor de strandmetingen voorgeschreven door de OSPAR. Op dit moment wordt bekeken of, en hoe, deze methodiek voor het meten van het zwerfafval langs rivieren een stap verder gebracht kan worden.

Microplastics in de grote rivieren

Plastic zwerfafval wordt niet afgebroken maar verbrokkelt, verweert en valt uiteen in steeds kleinere stukjes plastics: microplastics. Ook textiel, verf, slijtage van autobanden en bijvoorbeeld de plasticverwerkende industrie zijn een bron van microplastics. Op dit moment is onduidelijk hoeveel microplastics er in ons milieu zitten. Ook is er nog weinig bekend over eventuele schadelijke effecten op gezondheid en natuur.
De komende jaren gaat Rijkswaterstaat, samen met diverse nationale en internationale partners, een monitoringssystematiek en –strategie ontwikkelen voor het meten van microplastics in rivieren. Vraagstukken zijn: hoeveel stroomt er ons land binnen via België en Duitsland en hoeveel stroomt er vervolgens naar de zee? Hoeveel microplastics zitten er in het water en hoeveel in de rivierbodem (sediment)?

Meer weten?

Rapportages/publicaties

Kamerstukken