Kennisbibliotheek
Zoeken in de index
Per 1 januari 2023 stopt de vergoeding die gemeenten van het Afvalfonds krijgen voor het verminderen van het zwerfafval. Omdat onduidelijk is of en zo ja welke vergoeding gemeenten over 2023 en 2024 gaan ontvangen, heeft de gemeente Haarlemmermeer in een brief aan staatssecretaris Heijnen (IenW) om duidelijkheid gevraagd. In deze raadsbrief leest u er meer over.
In dit overzicht zijn 7 eenvoudige maatregelen op een rijtje gezet die je als gebiedsbeheerder kunt nemen om plastic zwerfafval in rivieren te verminderen.
In 2021 heeft Wageningen University & Research (WUR) hiervoor een meetprotocol ontwikkeld waarbij vanaf bruggen het drijvende zwerfafval, waaronder macroplastics, gemeten kan worden.
Dit protocol is vanaf januari 2021 tot december 2021 getoetst door maandelijks drijvende zwerfafval, zwerfafval transport genoemd, te meten. Deze metingen geven inzicht in de maandelijkse variatie van het drijvende zwerfafval een indicatie van het zwerfafvaltransport.
Rijkswaterstaat (RWS) verwijdert zwerfafval van zijn eigen droge en natte areaal. In dat kader werkt RWS aan een brede aanpak van zwerfafval. Een totaalbeeld van de kosten die hiermee gemoeid zijn is daarvoor nodig. Ontbrekende schakel in dit totaalbeeld zijn de kosten van preventieve maatregelen voor zwerfafval op droog en nat areaal. Dit zijn de maatregelen die gericht zijn op het voorkomen van het ontstaan van zwerfafval en het schoonhouden van RWS-arealen, niet zozeer op het schoonmaken ervan. De resultaten van het onderzoek naar de kosten van preventieve maatregelen zijn opgenomen in deze werkrapportage.
Rijkswaterstaat wil in zijn rivieren een monitoringsmethode ontwikkelen voor (macro)kunststoffen in de waterkolom. Hiervoor is in 2021 onderzocht of dit mogelijk is door middel van het afvangen van kunststof zwerfafval via eenvoudig te hanteren vangnetten vanaf een statisch platform.
In 2021 heeft Rijkswaterstaat voor de 2e keer onderzoek laten uitvoeren naar de hoeveelheid zwerfafval langs snelwegen. Op 30 verzorgingsplaatsen, langs 55 afslagen en langs 25 verbindingswegen van knooppunten zijn metingen uitgevoerd.
In deze pilot heeft de universiteit van Wageningen (WUR) een stap gezet richting de ontwikkeling van een meetprotocol en zijn er metingen uitgevoerd naar het zwerfafvaltransport in Nederlandse rivieren.
Deze pilot heeft twee doelen: het uitvoeren van een eerste nationale referentiemeting voor drijvend zwerfafval in rivieren en het doorontwikkelen van de methode die hiervoor gebruikt wordt.
Sanitair afval wordt veel in het milieu aangetroffen. Voor een groot deel verloopt dit via overstorten in rioolstelsels na hevige of langdurige regenval. Dit onderzoek is uitgevoerd om beter inzicht te krijgen in de bijdrage van sanitaire afvallozingen op oppervlaktewateren via overstortputten. Dit is gedaan door de inhoud van twee vuilfuiken® op twee verschillende locaties te onderzoeken (Steenwijk en Soest).
In opdracht van het ministerie van IenW werkt Rijkswaterstaat aan een monitoringstrategie voor macro- en microplastics in de grote rivieren. Drijvend op het wateroppervlak verplaatst zwerfafval zich door het riviersysteem. Om onderzoek te doen naar de omvang, trends te meten en om de variatie in kaart te brengen is een meetprotocol nodig. In 2021 heeft Wageningen University & Research (WUR) hiervoor een meetprotocol ontwikkeld waarbij vanaf bruggen het drijvende zwerfafval, waaronder macroplastics, gemeten kan worden.
Tijdens een pilotproject is een visuele inspectie van hotspots vanaf het water als methode onderzocht. De visuele inspectie wordt gedaan door één inspecteur vanaf een werkschip. De inspecteur beoordeelt de oevers vanaf het werkschip, dat met 12 km/uur langzaam parallel aan de oevers vaart. Wat de inspecteur ziet zegt ons iets over de beeldkwaliteit, dit betekent hoe een bepaald punt er op een bepaald moment uitziet.